We gaan dan wieder Heim, Jo!
Was in Lazarett (vert.:Duits veldhospitaal) Je hebt een schimmel, zweren
in m'n benen. Je moet het echt uitzingen met de witte jassen (verplegers).
De kouwe ziekte. Ik was er een patiënt. Gevecht dichterbij komen... Daar
komen soldaten, Johan is achter tent. Je was verraden, gevecht met twee
Russen. Die vent zei in burger: moeten jou knallen! Je wordt gestengund,
alle Nazis weg! Had toen wel twee kogels in de kop. Helemaal kaputt! Je
wordt begraven in de sloot. Alles Benzin. Ze plaatsten voor mij een kruis.
Ergens in Rebling. Zo werken de Russen: alle Nazis weg!
Johan is nog hier met de gaten in kop. Was
zo gemeen! Godverdomme gebruikt!! (door Hitler) Johan kapt ermee. Hij gaat
weer verder!" Blijkbaar kwamen bij Johan Funken oude emoties weer terug...
"Spreekt
hier met Johan, jongen!" .
"lag
bij Minsk, in het plantsoen!" .
"veel opgezwollen mensen" .
"dat
in je been schieten, je wou pauze!" .
"ik
viel wel flauw!" .
"lig
nu op de trein" .
"nog
steeds doorkomen met een vuile wagon" .
"gevecht met twee Russen!" .
"die
vent zei in burger: moeten jou knallen!" .
"helemaal kaputt!" .
"je
wordt gestengund, al de Nazis weg!" .
"je
wordt begraven in de sloot!" .
"godverdomme, gebruikt!!"

ZWEVEND TUSSEN LEVEN EN DOOD...
Een ander EVP-contact
dat mij bijzonder aangreep was een gesprek dat ik opnam vlak nadat een
hele goede vriendin van ons, , Emel N. door een herseninfarct in coma lag.
Zij werd hersendood verklaard en lag op de Intensive Care.
Toen wij vanuit het ziekenhuis naar
huis reden had ik sterk de indruk dat Emel om ons heen was. Thuisgekomen maakte ik
direkt een microfoonopname en vrijwel meteen meldde zij zich: "Emel
aanwezig, ik ben Emel! Ik ben het! Ik heb een boodschap voor Hans. Ik zie
je, ik kan je voelen! Ik was aan het doodgaan. Ik was heel erg ziek hoor.
Kon ik nu even nog leven! Ik kan niet terugkomen hoor! Dat is het leven!
Ik mag in de wijde hemel. Morgen ben ik toch wel wijlen" (op 14 juni werd
de beademing gestopt) Na de vraag of de beademing moest worden voortgezet:
"Laat me niet leven, sluit het hoofdstuk! Ik moet nu naar boven, denk ik.
Jullie hebben het heel goed verstaan. Het was een goed gesprek, tot later
schatten!"
Verder gaf Emel veel
informatie over de plek waar ze zich nu bevond.
Ongeveer een jaar voordat zij overleed hadden we samen EVP-
opnames gemaakt. Daarop was te horen dat haar overleden oma doorkwam, die
haar waarschuwde: "je bent oma d'r schat, je leeft er te druk, da's
levensgevaarlijk!" .
"da's levensgevaarlijk!"
Op de dag dat zij een jaar later
geopereerd werd in het ziekenhuis aan een herseninfarct, nam ik de
volgende tekst op: "ben oververmoeid, wat zou ik mankeren?" Op dat moment
wisten wij niet dat Emel in het ziekenhuis was opgenomen.
"ben oververmoeid, wat zou ik mankeren?"
Een paar uur later kregen we pas het
bericht dat het slecht ging met Emel. We spoedden ons naar het ziekenhuis,
waar we hoorden dat ze na de operatie "hersendood" was verklaard. Wel lag
ze nog aan de beademing en in feite zweefde ze op dat moment tussen leven
en dood... Na het bezoek aan de Intensive Care kregen we diezelfde avond
de stem van Emel door: .
"ik ben Emel ! " .
"ik was aan het doodgaan hè?" .
"ik heb een boodschap voor Hans!" .
"ik mag in de wijde hemel !"
Omdat we wisten dat de volgende dag de
beademing zou worden stopgezet, vroegen we haar of ze dit zelf wel wilde.
Waarop zij antwoordde: "Laat me niet leven! Sluit het hoofdstuk!" .
"laat me niet leven!" .
"sluit het hoofdstuk!" .
"ik moet nu naar boven, denk ik!"
Op dat moment was ze weliswaar
hersendood verklaard, maar haar lichaam (aan de beademing) leefde in feite
nog... Daarmee bewees zij dat het klaarblijkelijk ook mogelijk is voor een
uittredende menselijke geest om in dat tussengebied tussen leven en dood
EVP-stemmen te kunnen produceren. Dit soort communicaties waren voor
mijzelf doorslaggevend om over te hellen naar de "survival-hypothese". Het
is mijn ervaring dat bij dergelijke EVP-contacten de persoonlijkheid van
de entiteit volledig overeind blijft en ze belangrijke zaken kunnen vertellen
die alleen zij wisten.
Na deze mededelingen, die betrekking
hadden op de "overgang" van Emel naar die andere dimensie, kwam zij nog
een paar keer spontaan door op verschillende momenten, vooral als we met
vrienden en bekenden van haar opnames maakten. Er ontstonden bij die
gelegenheden ook wel paranormale "neveneffecten", zoals het diverse keren
aan- en uitgaan van het licht en onverklaarbare verschijnselen als een
kaars die met een grote boog uit een kandelaar vloog.
Dat terwijl alle aanwezigen
"broodnuchter" waren en er absoluut geen sprake was van zweverige of
spiritistische "verwachtingspatronen". Daarbij meldde Emel zich op
humoristische wijze (geheel overeenkomstig haar vrolijke aard): "je
spreekt met die gekke Emel! Dat met die kaars, was ik! Je kunt met me
praten in de hemel! Mensenkinderen, ik hou van jullie!" Over haar verblijf
in die andere dimensie vertelde ze: "ik heb een heel leuk huisje", een
"huisje aan zee" en: "ik woon nu bij een Turk" (haar vader was van Turkse
afkomst).
"Ik heb een heel leuk huisje"
Haar beschrijvingen kwamen volledig
overeen met andere EVP-mededelingen die ik in de loop van 35 jaar opnam,
zoals de veelvuldige vermeldingen dat men aan de andere kant beschikt over
soortgelijke zaken en dingen als op aarde, zoals huizen, steden, etc. (zie
ook hoofdstuk 4)
EVP en bijna-dood
ervaringen (BDE) Voor ons
persoonlijk was dit EVP-contact met Emel een zeer bewijskrachtig geval van
het voortbestaan na de dood en we realiseerden ons dat hier eigenlijk
sprake was van een z.g. "bijna dood ervaring" (BDE). Met dit verschil dat
men bij BDE's het meestal heeft overleefd om na te kunnen vertellen wat er
gebeurde op het moment van klinisch doodgaan.
Op het moment dat wij haar stemmen
registreerden, leefde Emel nog volgens de maatstaven der medische
wetenschap! Zij lag aan de beademing op de Intensive Care en haar
ademhaling en hartritme werden kunstmatig in stand gehouden. Zij was op
dat moment weliswaar "hersendood", maar kon desalniettemin uitgebreid over
haar ervaringen tijdens die overgangsfase tussen leven en dood
vertellen...
In veel gevallen zijn in het verleden
door medici en cardiologen deze BDE's geconstateerd bij patiënten, die ten
gevolge van een ziekte of ongeluk tijdelijk klinisch dood waren verklaard.
Een bepaald percentage van personen die
ontwaakten na een dergelijke medische situatie op het grensgebied tussen
leven en dood, konden daarna vertellen dat zij een soort uittreding (OBE
ofwel Out of the Body Experience) hadden gehad en daarbij allerlei
herinneringen beschreven aan ontmoetingen en ervaringen in een soort
andere dimensie. Bij Emel lag dit iets anders... Ook zij vertelde,
zwevend op de grens van leven en dood, wat ze op dat moment meemaakte.
Alleen ontwaakte zij niet meer uit de dood, maar kon dit "navertellen"
door middel van EVP via de computer en niet meer in levende lijve zoals
bij de meeste BDE's!
Opvallend is dat vrijwel alle bekende
BDE-verhalen, geheel onafhankelijk van elkaar, altijd gelijkluidende en
identieke informatie bevatten. Zelfs worden ze ook geconstateerd bij
personen die totaal niet in een hiernamaals geloven. Al degenen die een
BDE hebben meegemaakt zijn overtuigd dat zij iets bijzonders meemaakten en
blijkbaar aan de poorten van het hiernamaals stonden. Zij beschrijven
daarbij identieke "tunnelervaringen", ontmoetingen met overleden
familieleden, bekenden en geven beschrijvingen van fraaie licht- en
kleurverschijnselen, mooie landschappen, etc. Slechts enkelen beschrijven
echter ook nare ("hel") ervaringen. Dit alles geheel overeenkomstig de
uitkomsten van eeuwenlang spiritistisch onderzoek, terwijl dat vaak
nauwelijks of niet bekend was bij degenen die spontane BDE-ervaringen
kregen.
Op het gebied van BDE is veel onderzoek gedaan door o.a. de
psychiater en arts dr.Elisabeth Kübler-Ross en de arts/psycholoog Raymond
Moody. In Nederland is vooral de cardioloog dr.Pim van Lommel bekend
geworden door zijn BDE-onderzoek, waarover hij het boek "Eindeloos
bewustzijn" (2007) schreef. Bij 344 door hem onderzochte patiënten die een
hartstilstand hadden gehad, bleken 62 een BDE te hebben meegemaakt,
waarvan hij het verhaal optekende en analyseerde. Hij is wetenschappelijk
adviseur van de Nederlandse stichting Merkawah, die op dit gebied veel
onderzoek doet.
De fanatieke debunkers van alles wat met
een hiernamaals te maken heeft, hebben de theorie naar voren gebracht dat
het slechts zou gaan om een chemische reactie in de hersenen bij het
klinisch dood zijn. Zij baseren zich daarbij op chemische,
"hallucinerende" processen in de hersenen bij b.v. het gebruik van
alcohol, drugs en bepaalde medicijnen. Deze vergelijking gaat echter
volledig mank omdat bij deze laatste groep sprake is van sterk variërende
hallucinatoire "droomachtige" waarnemingen, terwijl bij BDE's daarentegen
sprake is van gelijkluidende en consistente waarnemingen met een duidelijk
"spiritistisch" karakter.
Bovendien gaan ze volledig voorbij aan
het "nut" van een dergelijk chemisch proces in de hersenen. Waarom zou de
evolutie een soort overgangsgebied bij de dood hebben bedacht met zeer
specifieke hiernamaalsbeelden? Dat nut is er gewoon niet! Bij een vlakke
EEG stopt gewoon alle hersenactiviteit... Kortom, al deze theorieën van
fanatieke hiernamaals-debunkers spotten in feite met het
"eenvoudigheidsbeginsel" van de wetenschap. Waarom het niet willen
accepteren van de meest voor de hand liggende, begrijpelijke en logische
verklaring? Waarom niet gewoon een hiernamaals willen accepteren? Uit een
kinderlijke angst daarvoor misschien?
Dat het bij BDE om "werkelijke"
ervaringen gaat en niet om chemische "fantasiebeelden" van de hersenen
moge blijken uit het interessante geval van de Amerikaanse Vicky Noratuk,
die blind werd geboren. In 1973 kreeg zij als 23-jarige
een auto-ongeluk en belandde in coma. Op dat moment "zag" ze voor het
eerst in haar leven (!) haar eigen lichaam met bebloed hoofd, dat ze
"herkende" aan haar trouwring, die ze tot dan toe alleen maar "gevoeld"
had. Ze "keek" van boven op de verwoeste auto neer en zag het
ambulancepersoneel, dat haar naar het Harbor View Medical Center in
Washington bracht. Dat was ook het eerste gebouw dat ze in haar leven zag!
Aldaar aangekomen kreeg ze een
"tunnelervaring", een donkere tunnel die haar naar een steeds groter
wordend schitterend licht voerde. In een soort zomers landschap met
lichtgevende bomen en vogels zag en hoorde ze honderden "mensen", die
lachten, praatten en op een harmonieuze manier zongen. Het was "wonderlijk
daarbuiten" in haar eigen woorden en ze voelde zich voor het eerst in haar
leven vrij en niet bezorgd om ergens tegenaan te lopen. Maar al deze voor
het eerst "geziene beelden" waren voor haar als een soort taal, die ze
niet kende.
Zij ontmoette daar enkele overleden
bekenden en een soort hogere geest, die haar uitlegde dat alles daar mooi
was en eindelijk alles kon worden begrepen. Zij moest echter weer terug
naar haar aardse leven, omdat ze nog moest leren wat vergeving was. Maar
ze zou het nog heel moeilijk krijgen. Interessant is dat ze aldaar een
soort levensschouw of "levensfilm" zag. In dat landschap in die andere
dimensie merkte ze pilaren met daken op en in de verte een verblindend en
hoog poortgebouw (vergelijk in dit verband de hemelse "poort" uit het
Egyptische Dodenboek in het hoofdstuk 12 over Spiritisme). Dat was de
"grens" en ze moest daarna weer terugkeren naar de aarde.
Vicky had in haar leven nog nooit kunnen
"zien". Zelfs in haar dromen niet. Die dromen bestonden alleen uit
dezelfde ervaringen van tastzin en gehoor, die ze vanaf haar geboorte had
meegemaakt. De BDE of uittreding gaf haar voor het eerst visuele beelden
te zien. (IANDS-International Association for Near Death Studies, A Blind
Woman's Near Death Experience by Vicky Noratuk).
Dit geval staat trouwens niet op
zichzelf. De psycholoog Prof. Kenneth Ring, een der medeoprichters van
IANDS, contacteerde 11 blindenorganisaties. Hij kwam daarbij in contact
met 24 personen, die eveneens "blind" waren geboren en allen een korte
periode klinisch dood waren geweest. Ook zij hadden tijdens deze fase
kunnen "zien" en beschreven dezelfde identieke "hiernamaals-ervaringen"
als Vicky!
Deze sterk bewijskrachtige gevallen van
BDE ondermijnen alle theorieën van debunkers op dit gebied. Deze laatsten
kunnen zich blijkbaar alleen vastbijten in kleine details van
survival-onderzoeken, maar kunnen daarbij niet de immense hoeveelheid
accumulerend feitenmateriaal overzien, dat vanuit diverse wetenschappen in
de richting van survival tendeert.
Als er voor een belangrijk verschijnsel
talrijke aanwijzingen en vermoedens zijn en als er vanuit andere
wetenschappelijke richtingen ook belangrijk feitenmateriaal komt, dan zal
men deze verschijnselen als een "echte" wetenschapper serieus moeten
onderzoeken en het al helemaal niet vanuit de luie leunstoel op
aprioristische basis mogen "wegwuiven". Als men een zorgvuldig opgebouwd
bouwwerk van aanwijzingen en feiten onderuit wil halen door slechts kleine
facetten daarvan aan te vallen, zonder überhaupt enige kennis van het
geheel te hebben of willen hebben, dan is men "wetenschappelijk" absoluut
verkeerd en kortzichtig bezig. De
term "pseudo-wetenschap", die deze debunkers daarbij graag laten vallen,
is dan eigenlijk meer op hen zelf van toepassing en doet sterk denken aan
het psychologische verschijnsel van "projectie".

Spontane contacten
(drop-in-communicators)
Bij mijn EVP-onderzoek heb ik vaak geconstateerd dat er
soms ineens spontane communicaties met mij geheel onbekende personen
voorkomen. Personen die ik nooit gekend heb, maar die vertellen hoe ze
vroeger heetten, evenals feiten over hun leven en
overlijdensomstandigheden. Dergelijke spontane contacten met volledig
onbekende communicators zijn ook bekend uit het vroegere spiritisme en
worden wel "drop-in-communicators" genoemd. Ook dit kan interessante
identiteitsbewijzen opleveren bij nader onderzoek. Het is heel goed mogelijk om deze
mededelingen dan te verifiëren in archieven, kranten, etc. omdat vaak
namen, plaatsen en omstandigheden worden vermeld. Ik zal daar enkele
voorbeelden van geven. Zo kreeg ik op een gegeven moment iemand door die
blijkbaar vroeger in het concentratiekamp Dachau had gezeten en daarvan
emotioneel verslag deed:
"Jo Maassen (?), was in Dachau, kan je bewijzen!"
Blijkbaar drong hij erop aan dat ik zijn
naam zou verifiëren in archieven, zodat ik zijn bestaan zou kunnen
"bewijzen". Ik heb daarna op internet zitten zoeken, maar kon nergens een
index van persoonsnamen voor Dachau vinden. Ik moet dit nog verder
uitzoeken. Maar duidelijk is wel dat men soms vanaf de "andere kant"
absolute identiteitsbewijzen probeert te geven. Deze Jo Maassen (misschien
versta ik de naam verkeerd) gaf ook verdere details over de gruwelijke
kampervaringen in 1945:
"ik ben verbrand, levend!" .
"langzaam in de oven!" .
"was in '45" .
"je hebt nog geen toilet, je moet bad nemen, zo is het leven!" .
"werken op de plaats, moet net gaan regenen!"
Vertwijfeld roept hij daarna:
"alsjeblieft red me hier!" Maar blijkbaar realiseerde hij zich meteen dat
hij met herinneringen bezig was, want kort daarna zegt hij: "oude
gedachten!" .
"alsjeblieft red me hier!"
Het belang van dergelijke communicaties
laat zich raden. Voor familieleden van de overledene alleen al kan dit
EVP-onderzoek enorm belangrijk zijn. Hoeveel liefhebbende verwanten
blijven na de dood van een geliefde persoon niet over met talrijke vragen
omtrent diens dood...
Tevens ben ik de mening toegedaan dat
met dit onderzoek bijvoorbeeld ook moordzaken opgelost zouden kunnen
worden. Stel als theoretische mogelijkheid dat een persoon die vermoord is
via EVP de naam en woonplaats van de dader kan doorgeven en stel dat
daarna bijvoorbeeld d.m.v. DNA-onderzoek het bewijs hiervan verkregen kan
worden, dan komt men bijzonder dicht bij ultieme bewijzen voor de
"survival hypothese"...een andere wetenschappelijke verklaring zou dan
vrijwel onmogelijk zijn!
Uit het parapsychologisch onderzoek is
gebleken dat de bruikbaarheid van paragnosten bij politieonderzoek niet
erg groot is. Wel kunnen ze soms langs helderziende of telepatische weg
"circumstantial evidence" geven, maar vrijwel nooit de naam van eventuele
daders en de exacte omstandigheden!
In mijn 35 jaar lange onderzoek heb ik
een aantal keren voor de keuze gestaan om meldingen door een bepaalde
"drop-in-communicator" gedaan, door te geven aan eventuele betrokkenen,
maar ervan afgezien omdat ik mij daar eigenlijk terughoudend bij wil
opstellen teneinde nabestaanden niet te kwetsen of hoop te geven. Maar
misschien zou het in het belang van het wetenschappelijk onderzoek op dit
gebied toch goed zijn om dit wel te doen. Ik wil daarvan enkele
voorbeelden geven.
Zo meldde iemand, die blijkbaar bij een
motorongeluk om het leven was gekomen:
"je moet dan ook een motorhelm opdoen!"
"er kwam een tegenligger aan!"
Zo kreeg ik ook eens een verhaal van een
meisje door, dat haar ouders graag wilde spreken en die vertelde dat zij
een slachtoffer was geworden van een dader wiens naam ze noemde (wel
moeilijk verstaanbaar) Ik laat hier haar stem horen, die zegt:
"ga mijn moeder opbellen!"
Ook kreeg ik een keer de melding:"Je
spreekt hier wel met een moordenaar!"
"je spreekt hier wel met een moordenaar!"
Kan EVP helpen bij het oplossen van
misdrijven?
Zoals ik hiervoor al vermeldde, ben ik na 35 jaar
EVP-onderzoek ervan overtuigd geraakt dat het binnen de mogelijkheden van
dit objectief registreerbare verschijnsel ligt om in gevallen van
bijvoorbeeld misdrijf rechtstreekse informatie van een overleden
slachtoffer zelf te krijgen omtrent een eventuele dader. Dat dit een claim
is die eventueel verstrekkende gevolgen kan hebben is duidelijk. Maar ik
baseer deze mening op een aantal ervaringen die ik met dit
EVP-verschijnsel heb gehad. Overigens ben ik niet de enige EVP-onderzoeker
die deze mogelijkheid geconstateerd heeft.
Het was de oprichter der Oostenrijkse VTFÖ (Verein für
Tonbandstimmen Forschung Österreich), Hans Luksch, die bij een aantal
moordgevallen uit de kranten, via EVP contact probeerde contact te krijgen
met de slachtoffers. Het lukte hem 4 keer om de naam van een moordenaar op
de band te krijgen, vóórdat de politie deze personen verdacht en
arresteerde.
Zo werd in Wenen een man, Gunther Bahr, op straat
doodgestoken en men verdacht in eerste instantie de minnaar van diens
weduwe. Hans Luksch vroeg vervolgens de stemmen om in contact te komen met
de vermoorde Bahr. Luksch probeerde erachter te komen of de minnaar van
deze mevr. Bahr inderdaad de moordenaar was en stelde het overleden
slachtoffer vragen op de band: "Ich rufe Gunther Bahr, Gunther Bahr, kennt
deine Frau den Namen deines Mörders?", waarna direkt het antwoord komt:
"Sie war's!" ("zij was het!"). Een paar dagen daarna arresteerde de
politie de vrouw van Gunther onder verdenking van moord en zij bekende...
.
"Ich rufe Gunther Bahr, Gunther Bahr, kennt deine Frau den
Namen deines Mörders?" - "Sie war es!"

Ook een der eerste Duitse EVP-pioniers, die nauw
samenwerkte met Konstantin Raudive, ir. Franz Seidl, vermeldt in zijn boek
"Das Phänomen der Transzendentalstimmen" uit 1971 (in het Nederlands
vertaald als "Registratie van Bovennatuurlijke Stemmen"), het
vermissingsgeval van Sylvia Renner in 1970 tijdens een vakantie op een
camping bij het Gardameer. Seidl besloot om EVP-vragen te stellen over dit
vermissingsgeval, dat hem als menselijke tragedie had aangegrepen.
Op de vraag of Sylvia vermoord was kwam geen antwoord, maar
op Seidl's vraag of zij ontvoerd was, kwam als antwoord: "in mare con
dimediatis Paolo", te vertalen als: "op het meer met duivelstoejager
(mediastinus?) Paolo". Later bleek dat er op de camping inderdaad een
Italiaan met de naam Paolo had gestaan in diezelfde periode. In 1971
maakte Seidl met de ouders van Sylvia samen EVP-opnames. Op de vraag of
Sylvia dood was, kwam als antwoord: "wel nee!" en op de vraag of eventueel
het lijk gevonden kon worden: "nooit!" Ze vroegen verder of Paolo
betrokken was geweest bij de ontvoering en daarop kwam als antwoord: "nam
deel!" Op de vraag waar ze nu was werd geantwoord: "Spanje". In de dagen
daarna werd "Egypte" genoemd en "bij Cairo". Helaas liep alles destijds op
een dood spoor uit en was zij wellicht als blanke slavin naar Egypte
gesmokkeld. Er is nooit meer iets van haar vernomen.
Zelf heb ik bij mijn eigen EVP-onderzoek ook een aantal
keren kunnen constateren dat onverwachte
"drop-in-communicators"refereerden aan een moord of misdrijf en daarbij
ook zelfs namen noemden. Zo kreeg ik bij EVP-opnames op een gegeven moment
een naam door van een meisje, die in het nieuws was geweest als
slachtoffer van een misdrijf.
Ik weet niet of ik contact met haar had, maar in ieder
geval werd in een de loop van een paar dagen het volgende vermeld: "Je
kent me nog niet. Er gaat contact komen! Ze komt bij jou, daarom heeft ze
hier een boodschap. Ik wil graag verder praten. Ga mijn moeder opbellen!
Die dader vangen! Het is een man uit de omgeving. Was een hele boze man.
Ja, hij is wel de moordenaar! Als hij maar de bak ingaat! Moet wel de
politie hem laten vangen. Komt de waarheid boven...!" .
"Er gaat contact komen!" .
"de dader vangen!" .
"hij is wel de moordenaar!" .
"als hij maar de bak ingaat!" .
"moet wel politie laten vangen" .
"komt de waarheid boven!"
In contact met zijn
overleden dochter
In december 2008 kreeg ik een mailtje van Karel Visser, die
wat meer van mijn EVP-onderzoek en vooral over mijn nieuwe
DNG-opnamemethode wilde weten. Binnen zijn gezin had zich een klein drama
afgespeeld. Zijn vrouw Jannie was in november 2000 overleden, waarna hij
achterbleef met zijn twee dochters Mirella en Cynthia.
Vanaf haar geboorte leed zijn dochter Mirella aan de ziekte Cystic
Fibrosis (taaislijmziekte), hetgeen als een zwaard van Damocles boven het
gezin hing. Na een toch al bijzonder zware periode na het verlies van de
moeder, werd Mirella steeds ernstiger ziek en overleed na een zwaar
ziekbed in januari 2008 aan deze afschuwelijke ziekte. Zijn andere dochter
Cynthia was inmiddels getrouwd en woonde met haar gezin elders. Karel
bleef dus met al zijn verdriet alleen achter.

Dat was de reden dat hij op zoek ging naar een mogelijkheid om in contact
te komen met zijn overleden beminden. Via internet kwam hij op mijn
EVP-website terecht en stuurde een mailtje.
Dat was het begin van een nieuwe fase in zijn leven: een hernieuwd en
fascinerend "telefoon"- contact met zijn overleden gezinsleden.
Na het eerste bezoek aan mij, waarbij ik hem mijn nieuwe DNG-opnamemethode
had laten zien en hem daarin enigszins getraind had, kreeg Karel thuis
vrijwel direkt contact met zijn dochter Mirella.
Zij kwam al meteen goed verstaanbaar door en vertelde het volgende:
(1) "Mirella zoeken, ik ben er!"
(2) "Ik was jullie voorgegaan pappa, zoveel tegenslag!"
(3) "pappa weet je, het is auw met de kindjes boven!"
Daarbij doelde ze op het feit dat ze Karel en Cynthia was voorgegaan en
dat het haar vader "auw" deed dat hij zijn beide dochters nu ook moest
missen. Mirella vertelde dat ze zelf het "thuis" van vroeger ook erg
miste:
(4) "maar pappa wist je dat ik thuis van toen wel mis!"
Over haar overlijden en haar nieuwe situatie in die andere dimensie
vertelt ze:
(5) "weet je, dood is zo voorbij!"
(6) "ik weet nog hoe ik hier op aarde leefde"
(7) "op die aarde deed ik veel"
Die andere, voor haar nieuwe dimensie noemt ze "daarboven" en het bestaan
hier op aarde typeert ze als "die sfeer":
(8) "daarboven zit ik, ben hier vaak in die sfeer"
Ze probeert haar vader op te beuren door te zeggen dat ze hier op aarde
vaak en snel kan zijn:
(9) "kop op pappa! Pappa ben hier snel!"
Ze geeft diverse dochterlijke adviezen aan haar vader: dat hij vakantie
nodig heeft (hetgeen hij daarna ook deed) en dat zijn toekomst veel beter
kon worden.
Ook moest hij zich niet druk maken over zijn leeftijd. Grappig is dat ze
haar vader af en toe corrigerend toespreekt.
(10) "vakantie hebben, nodig!"
(11) "je toekomst kan nog beter worden!"
(12) "pappa fit niet op je ouderdom!"
(13) "maar pappa weet je, je vergist je weer een keertje!"
Ze vertelt hem dat ze op zijn verjaardag aanwezig zal zijn:
(14) "Ik kom op je verjaardag straks!"
Haar lievelingshondje Cindy was inmiddels overleden en Mirella vertelde
haar vader dat ze het aan de overzijde weer gevonden en gehouden had:
(15) "ja, hou dat hondje pappa!"
Zelfs houdt ze in de gaten of haar vader
niet vergeet de 14 jaar oude hond die hij nu heeft elke dag tweemaal
driekwart pilletje te geven. Toen hij dit een keer vergat meldde z'n
dochter:
(16) "twee keer driekwart pilletje geven!"
Mirella was toen ze leefde gek op haar tuintje en vertelde dat ze in die
andere dimensie nu ook een vredig tuintje had:
(17) "maar pappa weet je, heb een tuintje, heel rustig!"
Dergelijke mededelingen komen helemaal overeen met de bevindingen van
andere EVP-experimentators, waarbij vaak verteld wordt dat ze aan de
andere kant beschikken over huizen, tuinen, bloemen en zelfs steden.
Wel missen ze blijkbaar bepaalde dingen, die typerend zijn voor het
bestaan op onze aarde, n.l. voedsel en drank.
Zo vertelt Mirella (die vroeger gek was op zuurkool):
(18) "ik wil graag zuurkool weer eten"
Heel interessant zijn haar volgende mededelingen over de DNG-techniek die
haar vader op mijn aanwijzingen toepaste. Het gaat daarbij om een klein
kastje, waarin een microfoon geplaatst kan worden en waarop met een
voorwerp noise-geluiden worden gemaakt, die zij aan de andere kant
transformeren in verstaanbare zinnetjes. Haar vader had dit houten kastje
op mijn adviezen gemaakt en Mirella noemt dit symbolisch en met enige
humor: "een vertelkistje" (wat het in feite ook is!):
(19) "je maakt een vertelkistje!"
Van belang voor een goede verstaanbaarheid is dat ze in die andere
dimensie de noisegeluiden transformeren tot verstaanbare zinnetjes op het
ritme van de noise die wij ze aanbieden. Daarover zegt zij:
(20) "wel op de maat spreken, goed hoor!"
Deze redelijk tot zeer goed verstaanbare meldingen van Mirella, de
overleden dochter van Karel Visser, vormen zo een uitstekend
identiteitsbewijs van een veel te vroeg overleden meisje, dat zich aan de
andere zijde blijkbaar heel goed kan schikken in haar noodlot en via deze
DNG-telefoonverbinding een schitterend bewijs van haar voortbestaan aan
haar vader doorgeeft.
Het is een heel goed voorbeeld van de mogelijkheden die met deze methode
verkregen kunnen worden teneinde het aardse leed enigszins te kunnen
verzachten, als men weet dat er altijd een soort digitaal telefoonlijntje
overblijft. Overlijden is als een emigratie naar een ver land, maar
gelukkig is de band met geliefden niet definitief en onherroepelijk
afgekapt...!
Hartverwarmend zijn de opbeurende
uitspraken waarmee Karel's dochter zich tot haar vader wendt en daarmee
een riem onder zijn hart steekt:
(21) "dat ik zoveel van je hou!"
(22) "ik mis jullie!"
(23) "pappa, kom op he!"
Wanneer is bewijs genoeg
bewijs..?
door Leon Stam
Het is moeilijk om de herkomst van de stemmen naar
wetenschappelijke maatstaven te bewijzen. Is dit bewijs voor een leven na
de dood? Hoe fascinerend ook het onstaan ervan, hoe adembenemend vaak de
inhoud van de uitspraken en hoe indrukwekkend de soms optredende
verschijnselen als synchroniciteit en precognitie: de wetenschap schiet er
met grof geschut gaten in. Aan de ene kant heeft dat te maken met het
verschijnsel zelf. Het is de vraag of deze verschijnselen naar de huidige
wetenschappelijke maatstaven überhaupt toetsbaar zijn. Misschien
moeten de criteria voor wat "bewijs" is wel worden bijgesteld.
Aan de andere kant bestaat er van wetenschappelijke zijde
een onwil om dit fenomeen echt serieus te onderzoeken. Er is al decennia
een zekere vooringenomenheid. Kritisch zijn mag (moet zelfs), maar een
open en welwillende houding jegens onverklaarbare, op grote schaal
optredende, maar grillige en daardoor lastig in een hokje te stoppen
verschijnselen, siert de ware onderzoeker.
De sterkste bewijzen voor de echtheid van EVP zijn vaak erg
subtiel. En treden het vaakst op bij mensen die belangrijk zijn voor
elkaar (familie, vrienden, geliefden). Als je een bekende op straat groet
en men zou aan je vragen of je kan bewijzen dat dat echt diegene was, is
dat misschien best lastig. Je staat er ook niet bij stil. Je herkent
iemand gewoon aan zijn uiterlijk en zijn doen en laten en er is
interactie. Als de fysieke dimensie wegvalt na iemands overlijden, blijft
er (via EVP) nog steeds interactie, maar door de muur die er nu tussen
staat, worden de signalen waaraan je iemand kunt herkennen zwakker en
subtieler. Bewijs wordt dus ook persoonlijker! En ook minder "hard" en
verifieerbaar.
Soms ook, is wat je te horen krijgt zo vreemd, zo
anderwereldlijk, dat elke "aardse" verklaring gewoon te kort schiet. Het
lijkt er dan sterk op dat je rechtstreeks een kijkje gegund in een andere
dimensie.
Ander bewijs, bijvoorbeeld in de vorm van mededelingen,
zoals in het onderzoek van Hans kennis hierboven, is er ook. Objectief
toetsbaar bewijs. Dat wat het dichtst aanligt tegen wat de gevestigde
wetenschap graag wil. Dergelijke
bewijsvoering vraagt intensief onderzoek en bijvoorbeeld de mogelijkheid
om feiten te verifiëren. Samenwerking tussen diverse disciplines en
overheden zou het onderzoek, naar mijn mening, naar een hoger plan tillen.
ik zal wat voorbeelden geven van experimenten van mezelf,
waarbij de identiteit van de sprekers op grond van de inhoud van de
mededelingen en vaak ook de manier waarop gesproken werd, kon worden
vastgesteld. Ik ben er van overtuigd dat wanneer mensen met een
wetenschappelijke achtergrond dergelijke ervaring zelf zouden hebben, in
ieder geval de bereidheid om dit verder te onderzoeken zou toenemen.
In 1981 had ik nog niet van EVP gehoord. Eén van mijn beste
vrienden kwam om het leven bij een auto-ongeval. Vanwege mijn radiohobby
maakte ik regelmatig microfoonopnamen met een bandrecorder. Een maand na
het ongeval maakte ik een opname en ontdekte daarop een stem die riep:
"Hee Stam"! Ikzelf, maar ook anderen herkenden de stem van de overleden
vriend. Ook was dit typisch de manier waarop hij mij altijd aansprak...mijn
eerste kennismaking met EVP, geïnitieerd door een heftige gebeurtenis in
mijn leven. Microfoonstem.
"Hee Stam !"
Pas wat later ben ik hier verder onderzoek naar gaan doen.
Hij kwam toen nog een enkele malen door via de radiomethode.
"Hallo Stam"
Toen mijn vader was overleden, heb ik, vlak na de
begrafenis ook enkele opnamen gemaakt. Ik vroeg onder meer wat hij van de
muziek had gevonden die ik voor de begrafenis had uitgezocht. Het lijkt of
hij eerst instructies krijgt van een andere stem (die lijkt te zeggen:
"Effe testen"). Daarna komt mijn vader. Je kunt horen dat hij nog moet
wennen aan zijn nieuwe situatie. En weer opnieuw moet leren praten. Hij
zegt : "Muziek was erg goed" (radiostem).
"Even testen...muziek was erg goed"
Tijdens dezelfde opname had ik hem gevraagd waarom hij op
de dag dat hij overleed nog gebeld had op een moment waarvan hij wist dat
er niemand thuis was. Hij had het antwoordapparaat ingesproken. Ik
vermoedde dat hij zijn einde onbewust aan had voelen komen en daardoor de
drang had om mij te horen of zien. Hij las mijn gedachte en antwoordde:
"Ik heb je nog gezien" (radiostem). De stem spreekt in een vreemd ritme.
Probeer de vrouwenstem die er doorheen zit te negeren.
"Ik heb je nog gezien"
Dat hij een voorgevoel had van wat er zou gaan gebeuren
blijkt vermoedelijk ook uit een opname die ik kort vóór zijn dood maakte.
Het lijkt echt sterk op de stem van mijn vader die een bijna smekend
verzoek doet. Het eerste deel is lastig te verstaan, maar eindigt op mama.
Daarna komt : "Doe je het, Leon?" (radiostem). Door omstandigheden heb ik
deze stem pas na zijn dood ontdekt en ik heb het altijd geïnterpreteerd
als zijn verzoek om goed voor mijn moeder te zorgen als hij er niet meer
zou zijn (een onnodig verzoek, dat spreekt vanzelf...)
"...doe je't, Leon?"
Later kwam hij weer door. Ik vroeg hem of hij een boodschap
had voor mijn moeder. Hij antwoordde met een opmerking die zeer typerend
was voor zijn manier van spreken: "Je leeft nog in fantastische culturen"
(radiostem)
"Je leeft nog in fantastische culturen"
Ik was, toen ik thuis woonde, zendamateur. Soms was ik in
het holst van de nacht bezig. Mijn vader maakte dan 's morgens soms de
opmerking: "Ik heb je nog horen zenden vannacht". Na zijn overlijden krijg
ik dezelfde opmerking door. Kennelijk beschouwde hij dit experiment ook
als een uitzending.
"Ik heb je horen zenden"
Afscheid en wederhoren
|